...
<Bestand -
...
Paramaters -
...
Boekingsparameters -
...
Hier hinterlegen Sie sämtliche möglichen Kundenzahlungsarten.
Kundenzahlungen werden auf dem entsprechenden Debitorkonto und einem Finanzkonto (Bank, Kasse usw.) gebucht. Das Debitorkonto ist automatisch im Kundenprofil hinterlegt. Damit bei einer Kundenzahlung keine buchhalterischen Fehler passieren können, werden alle möglichen Arten der Kundenzahlung mit entsprechenden Konten hier vordefiniert.
Später selektieren Sie bei der Kundenzahlung nur noch die richtige Zahlungsart, und Jack erzeugt die korrekten Buchungssätze automatisch.
In den Anwendungsgrundlagen können Sie einstellen, dass die hier erfassten Kundenzahlungsarten später alphabetisch sortiert angeboten werden. (<Datei - Parameter - Anwendungsgrundlagen - Buchhaltung - Kundenzahlung - Einstellungen - Kombobox Zahlungsart alphabetisch sortiert>)
...
Jack kann automatisch unterschiedliche Belegnummernkreise verwalten. Jeder Belegnummernkreis ist wie ein eigener Zähler, der nach jeder Buchung auf diesem Belegnummernkreis um eins erhöht wird.
Wenn Sie z. B. mehrere Kassen haben, und Ihrer 1. Kasse den Belegnummernkreis 1 und Ihrer 2. Kasse den Belegnummernkreis 2 zuweisen, so besitzen beide Kassen einen separaten Belegnummernkreis. Nehmen Sie nun eine Zahlung in der 1. Kasse entgegen, wird der Belegzähler dieser Kasse von z. B. 14 auf 15 hochgezählt. Der Belegnummernkreis der 2. Kasse bleibt davon unberührt.
Arbeiten Sie mit automatischen Belegnummern bzw. schlägt Jack eine automatische Belegnummer bei der Kundenzahlung vor (erkenntlich durch <*A> + Nummer des Beleg nummernkreises), kann diese Belegnummer bei der Zahlung zwar geändert werden, aber Sie sollten von solchen manuellen Änderungen absehen. Die vergebene Belegnummer wird mit in die Buchhaltung übergeben.
Möchten Sie bei der Zahlungserfassung keine automatischen Belegnummern vergeben, lassen Sie das Feld leer bzw. tragen <0> ein.
Bitte beachten Sie, dass Sie bei mehreren Kassen (z. B. je Expedient eine Kasse, je Währung in Grenzgebieten je eine eigene Kasse usw.) auch eigene Belegnummernkreise führen sollten. In solchen Fällen muss hier der erforderliche Nummernkreis je Kassenkonto eingerichtet werden.
Bitte beachten Sie außerdem:
Verwenden Sie unterschiedliche Belegnummernkreise, müssen die gleichen Belegnummernkreise, die den Expedienten bei den Kundenzahlungsarten zugeordnet wurden, auch bei den Ein- / Auszahlungen (unter <_Datei - Parameter - Parameter Vorgang - Ein-/Auszahlungen>) analog eingetragen werden. Hat Expedient MS den Belegnummernkreis 3 bei allen Kundenzahlungen, muss er auch zum Buchen von Ein-/Ausgaben eine eigene Belegnummer aus dem Belegnummernkreis 3 für sein individuelles Kassenkonto erhalten.
Bitte beachten Sie:
Mitarbeiterkassen sollten bei den betreffenden Mitarbeitern unter <_Basisdaten - Mitarbeiter> hinterlegt sein.
Eine Kundenzahlung kann in zwei Richtungen erfolgen: als <Eingang> oder als <Ausgang> (z. B. nach einer Stornierung oder Gutschrift). Dabei wird nicht nur der gezahlte Betrag auf den Reisepreis entsprechend angerechnet, sondern auch die Konten werden korrekt gesetzt (Soll- oder Habenseite). Jack macht dies automatisch anhand der hier in den Parametern definierten Zahlungsarten.
...
Betalingen>
Hier legt u de diverse klant betalingsmogelijkheden vast.
Klantbetalingen worden op de bijbehorende debiteurenrekening en een financiëlerekening (bank, kas, enz.) geboekt. De debiteurenrekening wordt automatisch in het klantenprofiel vastgelegd. Om er voor te zorgen dat bij een klantenbetaling geen boekhoudkundige fouten ontstaan, worden alle mogelijke manier waarop een klant kan betalen met de bijbehorende rekeningen hier voorgedefinieerd.
Later selecteert u bij de klantenbetaling alleen nog de juiste betalingssoort, en Jack voert de juiste boekingsstappen automatisch uit.
In de applicatieparameters kunt u instellen, dat de hier vastgelegde betalingsmogelijkheden later alfabetisch gesorteerd getoond worden. (<Bestand - Parameters - Applicatieparameters - Boekhouding - Klantenbetaling - Instellingen - Combobox Type betaling alfabetisch sorteren>)
Iedere gedefinieerde type klantenbetaling dient een duidelijke omschrijving zoals "Kas" of zelfs "Cheque".
Hier geeft u het rekeningnummer op, waarop het bedrag geboekt moet worden. Controleer of het opgegeven rekeningnummer in het rekeningschema al is vastgelegd of nog vastgelegd moet worden (zie <Boekhouding - Basisgegevens - Rekeningschema>).
Jack kan automatisch verschillende nummerreeksen beheren. Iedere nummerreeks heeft een eigen getal, die na iedere boeking deze nummerreeks met één verhoogd wordt.
Indien u bijv. meerdere kassen heeft, en uw eerste kas heeft als nummerreeks 1 en uw tweede kas de nummerreeks 2 toegewezen, zo hebben allebei de kassen een aparte nummerreeks. Voldoet u nu een betaling in de eerste kas, dan wordt het documentnummer van deze kas van bijv. 14 naar 15 verhoogd. De nummerreeks van de tweede kas blijft daarbij ongemoeid.
Werkt u met de automatische documentnummering respectievelijk stelt Jack een automatisch nummer bij een klantenbetaling voor (te herkennen door <*A> + nummer van de documenten nummerreeks), dan kan dit nummer bij de betaling echter aangepast worden, maar het beste is om van zulke handmatige aanpassingen af te zien. Het vergeven nummer wordt in de boekhouding meegegeven.
Indien u bij het betalingsvenster geen automatisch nummer wensen, laat dan het veld leeg respectievelijk vul <0> in.
Let er op, dat u bij meerdere kassen (bijv. iedere medewerker heeft een eigen kas, per valuta in een grensgebied een eigen kas, enz.) ook eigen nummerreeksen moet voeren. In zo'n geval moet hier de nodige nummerreeks per kasrekening ingericht worden.
Let daarnaast op het volgende:
Gebruikt u afzonderlijke nummerreeksen, dan moeten dezelfde volgnummers, die de medewerker bij de klantenbetalingen toegewezen worden, ook bij de ontvangsten en uitbetalingen (onder <Bestand - Parameters - Boekingsparameters - Betalingen>) handmatig ingevoerd worden. Heeft medewerker MS de nummerreeks 3 bij alle klantenbetalingen, dan moet hij ook bij het boeken van ontvangsten en uitbetalingen een eigen documentnummer uit de nummerrreeks 3 voor zijn individuele kasrekening gebruiken.
Let op:
Medewerkerskassen zullen bij de betreffende medewerkers onder <Basisgegevens - Employe> vastgelegd zijn.
Een klantenbetaling kan in twee richtingen plaatsvinden: als <Betaling> of als <Uitgave> (bijv. na een annulering of een creditering). Daarbij wordt niet alleen het betaalde bedrag op de reissom dienovereenkomstig verrekend, maar ook de rekeningen worden correct gezet (Debet of Credit). Jack maakt dit automatisch aan de hand van de hier in de parameters gedefinieerde betaaltypes.
In de applicatieparameters kunt u instellen, dat het later in de Jack klantenbetaling niet mogelijk is, tussen Betalingen/Uitgaven te wisselen (<Besstand - Parameters - Applicatieparameters - Boekhouding - Klantenbetaling - Instellingen - Combobox Pulldown-menu betalingen deactiveren>). Hiermee voorkomt men gebruikersfouten bij uitgaven, waarbij onbedoelde negatieve uitgaven ingegeven worden, die echter eigenlijk een betaling zijn.
!worddav8bda3f02083646858815b5e0ca94e78c.png|height=165,width=132,align=left!Zu jeder Zahlungsart sind ggf. weitere Angaben nötig. Bei einer Scheckzahlung sollten Schecknummer und Bank bei der Zahlung hinterlegt werden, bei Zahlung mit Kreditkarte sollte die Karten nummer erfasst werden können. Deswegen steuert Jack anhand der <Zahlungsart> die Eingabefenster, die im Anschluss an eine erfasste Kundenzahlung erscheinen, und in die die erforderlichen Angaben eingetragen werden müssen.
Die Detailmasken zu den einzelnen Zahlungsarten werden im Abschnitt zu <Vorgang - Kundenzahlung> näher erläutert.
...