Zum Ende der Metadaten springen
Zum Anfang der Metadaten

Sie zeigen eine alte Version dieser Seite an. Zeigen Sie die aktuelle Version an.

Unterschiede anzeigen Seitenhistorie anzeigen

« Vorherige Version anzeigen Version 2 Nächste Version anzeigen »

<Bestand - Paramaters - Boekingsparameters - Berichten>

Bij iedere boeking kunt u informatie voor een reis in maximaal 32 statusvelden vastleggen, die u later bij het reserveren op het tabblad <Bedrag/Info> kunt terug vinden.

Een statusveld kan twee informatiewaardes toegekend worden: <ja> of <nee>. Deze statsuvelden kunt u vrijelijk configureren: u kunt de beschrijving en het gedrag definiëren. Zo kunnen de statusvelden of passief gebruikt worden, of u bewerkt de vragen, zodat deze op een bepaalde manier moeten reageren.

Ieder statusveld heeft een <Omschrijving>. De gebruiker ziet bij het boeken alleen deze omschrijving. Daarom moet u een duidelijke naam geven, die niet voor meerdere uitleg is op te vatten, bijv. "Verzekering", "Visum / Inenting", enz.

Met een <Vraag bij opslaan> stelt Jack de gebruiker een vraag respectievelijk geeft een hint voor het opslaan van de boeking. Dit gebeurt afhankelijk van het vraag type, die u in het venster rechtsboven heeft gedefinieerd. Indien er geen automatische hint moet verschijnen, maar de status dient wel in de boeking te staan (en naar goeddunken door de gebruiker aangeklikt te kunnen worden), laat u de <Vraag bij opslaan> leeg.

Er zijn 5 verschillende soorten vragen / aanwijzingen: <Sluiten alleen met OK>, <Bij nieuwe boekingen>, <Vraag Ja/Nee>, <Als type service ontbreekt>, <Empl. afhankelijk>.



  • <Sluiten alleen met OK> Er verschijnt automatisch een vraag / een aanwijzing. Het statusveld in de boeking wordt alleen dan actief, als tegelijk ook <Vraag Ja/Nee> actief is. Antwoord de gebruiker met <Ja>, dan pas kan de boeking opgeslagen en afgesloten worden. Antwoord de gebruiker met <Nee>, dan kan de boeking niet afgesloten worden. De gebruiker kan de boeking alleen dan verlaten, indien men de vraag met <Ja> beantwoord.
  • <Bij nieuwe boekingen> De vraag / aanwijzing verschijnt alleen dan, als een nieuw dossier aangemaakt wordt en voor de eerste keer op <OK> geklikt wordt. Wordt een bestaande boeking verandert, dan verschijnt deze vraag / deze aanwijzing niet meer.
  • <Vraag Ja/Nee> Jack stelt een vraag bij het verlaten van de boeking. De gebruiker kan met <Ja> of <Nee> antwoorden. Het statusveld wordt dienovereenkomstig het antwoord vastgelegd. Indien het antwoord <Ja> is, wordt automatische het statusveld geactiveerd; is het antwoord <Nee>, dan blijft het statusveld gedeactiveerd. Is <Bij nieuwe boekingen> niet tevens actief, dan wordt de vraag iedere keer gesteld, wanneer de boeking geopend en afgesloten wordt.
  • <Als type service ontbreekt> Bij het opslaan van de boeking wordt getest of de hier gedefinieerde service ontbreekt, de statusmelding verschijnt alleen dan, wanneer bij het reserveren de service ontbreekt (is bijv. zinvol als vraag of een verzekering afgesloten werd. Jack test iedere keer bij het opslaan van de boeking, of ondertussen een verzekeringservice toegevoegd werd. Ontbreekt de verzekeringsservice, dan zal de vraag gesteld worden).
  • <Empl. afhankelijk> Er kan een optionele vraag gebruikerspecifiek vastgelegd worden. Davoor moet onder <Basisgegevens - Employe - Profiel> het veld <Empl. afhankelijke meldingen> geactiveerd worden. Dan wordt de hier vastgelegde vraag bij het opslaan van een boeking getoond. Medewerker afhankelijke aanwijzingen kunnen in de basisgegevens een vervaldatum krijgen.

  • Is geen enkele van deze checkboxen ingesteld en geen vragen ingesteld, dan verschijnt bij het opslaan van een dossier geen melding. De boekingsstatus kan in het dossier eenvoudig aangeklikt worden. Dit is bijv. voor het eenvoudig beheren van advertentiecampagnes zinvol, daar de gebruiker niet door vragen geërgerd wordt, maar kan de boekingsstatus eenvoudig aanklikken, bijv. op grond van welke advertentiecampagne de reis tot stand is gekomen (bijv. website, telefonische boeking, krantenartikel, boekingsengine, e-mailnieuwsbrief, enz.)


Bijvoorbeeld:

(1) U wilt de gebruiker altijd de vraag laten zien, of de klant een verzekering is aangeboden. De medewerker kan alleen dan de boeking verlaten, wanneer men een verzekering aanbiedt, wat u bijkomend door een statusveld wilt laten vastleggen.

<Omschrijving>Verzekering
<Vraag bij opslaan>Heeft u een verzekering aangeboden?
<Sluiten alleen met OK>Actief
<Vraag Ja/Nee>Actief
<Als type service ontbreekt>VS

(2) U wilt de gebruiker bij iedere nieuwe boeking laten vragen, of de klant een vakantievideo aangeboden werd. Het antwoord wordt met een statusveld vastgelegd worden.

<Omschrijving>Vakantievideo
<Vraag bij opslaan>Heeft u de vakantievideo aangeboden?
<Bij nieuwe boekingen>Actief
<Vraag Ja/Nee>Actief

(3) U wilt de medewerker bij iedere nieuwe boeking er aan herinneren, dat u op dit moment een kortingsactie voor reisvouchers heeft, die u de klant wilt aanbieden.

<Omschrijving>Reisvouchers
<Vraag bij opslaan>Graag op de boekingsvouchers wijzen!
<Sluiten alleen met OK>Actief
<Bij nieuwe boekingen>Actief
<Vraag Ja/Nee>Actief

(4) U wilt de medewerker bij het opslaan van iedere boeking erop wijzen, een nieuwe bevestiging te printen.

<Omschrijving>Bevestiging
<Vraag bij opslaan>Vergeet niet de bevestiging te printn!

  Bitte beachten Sie, dass alle in den Parametern definierten Fragen / Hinweise der Reihe nach auftauchen. Das bedeutet, dass der Mitarbeiter der Reihe nach alle erscheinenden Abfragen abarbeiten muss. Deswegen sollten Sie einerseits nicht zu viele Fragen definieren, und andererseits kann es sinnvoll sein, die Fragen von Zeit zu Zeit zu wechseln.

Andererseits können Sie diese Statusfelder auch für statistische Abfragen verwenden und die Statuskennzeichnung ohne automatischen Hinweis nutzen. Dazu definieren Sie in den Parametern lediglich eine aussagekräftige Bezeichnung (ohne das Feld <Optionaler Fragetext> auszufüllen!). Damit erscheint kein Hinweisfenster im Vorgang, sondern der Status wird manuell in der Vorgangskarteikarte <Beträge/Infos> nur dann gesetzt, wenn der Expedient ihn von sich aus anklickt.

  Beispiel:
Sie möchten einen Überblick über den Erfolg Ihrer Werbemaßnahmen haben und jede Anfrage / Buchung kennzeichnen, die über Ihre Homepage hereinkommt. Die Mitar beiter müssen nur bei solchen Buchungen in der Karteikarte <_Beträge/Infos> das richtige Feld anklicken:_

<Bezeichnung> Homepage

Der Nachteil des letzten Beispiels besteht darin, dass der Hinweis nicht automatisch auf dem Bildschirm erscheint, sondern der Expedient von sich aus daran denken muss, bei einer Buchung das richtige Feld zu aktivieren, falls das Kriterium auf die Buchung zutrifft.

Einen Überblick innerhalb der Reiseanmeldung zu den einzelnen Statusfeldern erhalten Sie in der Karteikarte <Beträge / Infos>.

Die Statusfelder werden erst aktiviert, wenn die entsprechenden Fragen beantwortet wurden bzw. der Expedient aktiv ein Statusfeld aktiviert hat.

Sie können später eine Selektion auf Basis dieser Statusfelder durchführen (z. B. alle Reisen, die durch die Homepage des Reisebüros zustande gekommen sind). Dazu müssen Sie nach der in den Parametern hinterlegten Nummer des Feldes suchen.


  • Keine Stichwörter